Elektriciteitsprijzen in een vrije markt
Sinds 1 juli 2003 zijn de prijzen voor elektriciteit en gas in Vlaanderen volledig vrij. Dit wil zeggen dat de leveranciers sindsdien zelf hun prijzen kunnen bepalen en er dus geen officiële tarieven meer zijn. De overheid komt alleen nog tussen in de prijsbepaling van de nettarieven die de leveranciers zelf moeten betalen om de elektriciteit tot bij u te brengen.
De nettarieven voor de zogenaamde distributie worden in Vlaanderen sinds 1 januari 2015 gereglementeerd door de Vlaamse Regulator voor Elektriciteit en het Gas (de VREG). Van 1 juli 2003 tot 30 juni 2014 was dat nog een federale bevoegdheid die door de CREG werd uitgeoefend. Nu nog keurt de CREG de tarieven voor het zogenaamde transportnet goed. Het transportnet is het net op heel hoge spanning dat de elektriciteit tot bij de grote bedrijven brengt. Nog eerder, tot eind juni 2003, was er ook nog een Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas (kortweg het Controlecomité genoemd). Dit Comité bepaalde wel de volledige prijs, want de elektriciteitsmarkt was toen nog niet geliberaliseerd, m.a.w. je kon je elektriciteitsleverancier voor 1 juli 2003 niet zelf kiezen. Er was toen daarom dan ook sprake van een “gebonden markt” voor de consumenten.
Klanten in een vrije, niet gebonden markt, kunnen hun elektriciteitsleverancier wel zelf kiezen. De gebonden klanten van toen moesten zich destijds bevoorraden bij de plaatselijke leverancier, meestal een intercommunale, maar in sommige gevallen ook gewoon een gemeentelijke regie. In ieder geval waren de gebonden klanten op de een of andere manier “gebonden” aan hun gemeente. Nu is dat niet langer het geval. Sinds 1 januari 2007 is trouwens ook in Wallonië en Brussel de markt voor elektriciteit en gas volledig vrij.
Voor de vrije klanten is in principe niet alleen de keuze, maar ook de prijs vrij. Een elektriciteitsleverancier heeft er nochtans geen belang bij om zijn prijs hoog te stellen. Aangezien de klant zijn leverancier zelf kiest, kan hij ook gemakkelijk van leverancier veranderen. Hij kan zich dus wenden tot de leverancier die hem aan de beste prijs kan leveren. Op die manier hoopt de wetgever dat de prijzen eerlijk zullen worden samengesteld. Iemand die te hoge prijzen aanrekent zal zichzelf dus snel uit de markt prijzen.
Toch zegt de elektriciteitswet dat de overheid maximum prijzen kan vastleggen. Dit is om misbruik, bijvoorbeeld prijsafspraken tussen verschillende leveranciers, uit te sluiten. Het is de hogervermelde CREG die hierop moet toezien. Een voorbeeld van maximumprijs is deze voor de zogenaamde beschermde klanten, beter bekend als het sociaal tarief. Dat tarief is voor iedere leverancier en in heel België gelijk.
De regulering door de VREG
Zoals gezegd zijn de verkoopprijzen van elektriciteit vrij, en overigens ook die van gas (zie gastarieven.be°, maar is dat niet zo voor het transport en de distributie. De elektriciteit moet worden getransporteerd tussen de producent en de verbruiker. Dat moet gebeuren langs elektriciteitsnetten. Om deze netten optimaal te benutten, en de globale kostprijs te minimaliseren, is de eigenaar (of ‘beheerder’ zoals hij wettelijk wordt genoemd) wettelijk verplicht om iedereen die van zijn net gebruik wil maken hiervoor de toelating te verlenen, zonder enige discriminatie tussen concurrenten. Dit betekent meteen ook dat elke concurrent dezelfde prijs zal moeten betalen voor eenzelfde soort elektriciteitstransport. Het transport op spanningen tot 70.000 volt wordt distributie genoemd. Voor hogere spanningen wordt dat gewoon ’transportnet’ of ’transmissienet’ genoemd. De eigenaar van dat transport- of transmissienet is voor heel België Elia
De VREG gebruikt voor de bepaling van de distributieprijzen een cost-plus methode, op een welbepaalde manier. Zij gaat de te maken kosten van de netbeheerder na en voegt hierbij een “billijke” winstmarge toe. Ze onderzoekt de kosten voor elke netbeheerder afzonderlijk. Niet elke netbeheerder heeft immers dezelfde kosten. Voor het nationale transmissienet zijn deze uiteraard anders dan deze van de lokale distributienetten. En ook de distributienetbeheerders hebben elk andere kosten, omdat hun netten niet steeds dezelfde structuur hebben. Een agrarisch of stedelijk verzorgingsgebied kan inderdaad een groot verschil uitmaken.
Aangezien de billijke winstmarge gelijk moet zijn, anders was ze niet billijk, betekent dit ook dat de distributieprijzen verschillend zijn voor elke netbeheerder. Naargelang de plaats van afname, wordt aan de leverancier dus een andere prijs aangerekend om zijn elektriciteit tot bij de klant te brengen. Gelet op het feit dat er geen discriminatie mag zijn tussen concurrenten, is deze prijs voor elke leverancier wel dezelfde, zodat dit voor de klant geen verschil uitmaakt bij de keuze van zijn leverancier, maar wel bij de keuze van zijn woonplaats.
Op deze site vindt u verder :
- De samenstellende elementen van een elektriciteitstarief
- De huishoudelijke en professionele stroomtarieven
- De industriële tarieven
- De archieven van stroomtarieven.be
Voor een vergelijking van de elektriciteitsprijzen bij de verschillende leveranciers verwijzen wij u voortaan naar de V-test van de VREG.
Opgelet,
De vermelde tarieven zijn slechts ter informatie en hebben geen enkele juridische waarde, noch officieel karakter. Dit is ook zo voor alle andere informatie die u op deze website terugvindt.
Stroomtarieven.be is niet verantwoordelijk voor eventuele nadelige gevolgen van het gebruik van de geboden informatie.