Stroom is (niet) duur
De stroommarkt
De VREG maakte gisteren haar marktrapport 2010 bekend. Daarin stelt ze vast dat in 2010 weer meer afnemers naar een andere energieleverancier overstapten. Dit wijst volgens haar op een nieuwe dynamiek in de energiemarkt. Voor elektriciteit veranderden 212.885 afnemers van leverancier, voor aardgas 127.873.
Ook in 2011 gaat deze beweging verder: van januari tot eind mei 2011 veranderden niet minder dan 104.820 gezinnen van elektriciteitsleverancier. Contracten met een vaste energieprijs worden daarbij alsmaar populairder, terwijl er zelfs een verschuiving van 1-jarige contracten naar contracten met een looptijd van 2 jaar is vast te stellen.
Of dat zo’n goed idee is, daar hebben we zo onze vragen bij. ‘Al zal dat de prijs niet ten goede komen. In de vaste tarieven zijn immers de risicopremies voor de leveranciers verrekend, voor het geval de prijzen in de toekomst zouden stijgen.” Er zijn dus ook vandaag nog “zekerheidspremies” te verwachten in de prijszetting van de vaste tarieven (en door de klant te betalen). “De klant laat zich verleiden tot een vast tarief, omdat de prijzen de laatste tijd zijn gestegen, maar de leverancier weet misschien beter, omdat hij de markttendenzen beter kent.“, schreven we toen. En dat is exact wat er ook in 2010 is gebeurd: de klant liet zich verleiden door de stijging van de prijzen.
Het bewijs
Want inderdaad, wat stelt de VREG ook vast: “In 2010 zijn zowel de elektriciteits- als de aardgasprijzen gestegen ten opzichte van 2009, zowel voor gezinnen met een gemiddeld en een hoog verbruik als voor kleine professionele afnemers.”
En of dat nog geen voldoende bewijs was voor onze stelling, schrijft ze ook: “Voor elektriciteit zijn de contracten met vaste energieprijs het hoogst. Voor aardgas is de prijs van de contracten van 3 jaar het hoogst en die van de contracten van onbepaalde duur het laagst.”
“Diegenen die eind vorig jaar of begin dit jaar voor een vast tarief hebben gekozen, zijn er aan voor de moeite: zij lijden verlies, want ze kunnen niet profiteren van de nu toch wel lange periode van voortdurend dalende prijzen.”
Dat laatste is ook wat we op de berekeningsmodule van stroomtarieven.be vaststellen. Behoudens de nettarieven, die door overheidstussenkomsten gevoelig stijgen, is er een nu al maanden aanhoudende tendens tot daling van de geïndexeerde elektriciteitstarieven, terwijl de niet-geïļndexeerde tarieven opvallend genoeg al maanden stabiel blijven (met uitzondering van enkele 3-jarige contracten). Dat is een duidelijk teken dat leveranciers zich de laatste tijd hebben ingedekt en zich nog altijd indekken, met als mooie bijkomstigheid dat zij de klant een “stabiel aanbod” kunnen voorspiegelen.
Wat gebeurde en gebeurt er dan wel?
Wat we vanaf begin deze maand anderzijds wel merken, is de gevoelige stijging van de WKK-bijdrage. Van gemiddeld zo’n 0,27 cent/kWh tot vorige maand nog, wordt nu zo’n 0,41 cent/kWh aangerekend, of een stijging van niet minder dan 52% ! Behalve bij Electrabel, die de stijging “vergeet” te melden, maar dat komt volgende maand, of zelfs in de loop van deze maand nog wel.
Pfff, maar 0,42 cent zou je zeggen, maar samen met de groenestroombijdrage van iets meer dan een eurocent (niet te verwarren met de op 1 april al aanzienlijk verhoogde nettarieven voor de ondersteuning van zonnepanelen door de netbeheerder), komt de ondersteuning van groene stroom en WKK door de leverancier op bijna 1,5 cent/kWh. Te vergelijken met de gemiddelde stroomprijs voor nachttarief van zo’n 6 ct/kWh of minder, is dat een toeslag van 25% op de stroomprijs.
En de politici maar zagen dat de elektriciteitsprijs in België veel te hoog is.
Zelfs de VREG merkte bij de voorstelling van het marktrapport op dat de prijzen ook in de eerste helft van 2011 nog gevoelig zijn gestegen, maar gedelegeerd bestuurder Pictoel van de VREG merkte er wel fijntjes bij op dat dit te wijten was aan de gestegen nettarieven, vooral als gevolg van de ondersteuning van zonnepanelen. Hij gaf wel toe dat maatregelen werden genomen om “de stijging af te vlakken”. Een goede luisteraar leert uit deze woorden dat de mate van stijging in het vervolg alleen wat minder hard zal zijn.
Conclusie:
Neen, de stroomprijs zelf is (of beter “wordt”) niet te hoog, maar wel de prijs die je betaalt om de stroom milieuvriendelijk te maken.
Toch nog een b-mol:
Het sociale tarief wordt altijd voor 6 maanden vastgelegd en is gebaseerd op de prijs van de goedkoopste leverancier, gecombineerd met de goedkoopste netbeheerder, uit een vorige periode. Telkens op 1 augustus en 1 februari wordt het sociale tarief aangepast. Aangezien blijkt dat de prijs in het verleden hoog lag, maar nu aan het dalen is, komen we tot de paradox dat het sociaal tarief daarentegen stijgt.
- Het enkelvoudig tarief stijgt van 15,68 naar 18,17 ct/kWh
- Het dagtarief stijgt van 17,49 naar 20,42 ct/kWh
- Het daltarief stijgt van 11,05 naar 12,92 ct/kWh
- Het uitsluitend nachttarief stijgt van 7,66 naar 7,98 ct/kWh
In al deze prijzen zijn heffingen, bijdragen en taxen inbegrepen, met uitzondering van de federale bijdrage (+/- 0,67 ct/kWh, naargelang de netbeheerder).
Wanneer u op de hoogte wenst te blijven van nieuwe wendingen op het gebied van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt of van de tariefstructuren, klik dan hier om onze elektronische nieuwsbrief te ontvangen.